In 2012 start melkveebedrijf Aarnink met het houden van rosékalveren. Vanwege het melkquotum is investeren in de melkveehouderij relatief duur. Door uit te breiden met rosékalveren, kunnen de ondernemers hun bedrijf toch vergroten. Het doel: twee volwaardige veehouderijtakken ontwikkelen waar zowel Vincent (49) als Mireille (46) een dagtaak aan hebben voor de verzorging van de dieren. Met de drie stallen voor 540 kalveren is de rosétak nog niet compleet. Nu ook zoon Robbin (22) volop meewerkt, is de tijd rijp om de rosétak te verdubbelen naar 1.080 plaatsen. Het aantal melkkoeien op het bedrijf bedraagt 130 stuks. De jongveeopfok besteden de ondernemers uit aan een achterbuurman.
Nieuwbouw klaar
Meest opvallend onderdeel aan de nieuwbouw is de mestkelder en de verzamelput. De ondernemers hebben de nieuwe stal klaar gemaakt voor het verzamelen van dagverse mest voor vergisting. Mireille: “Enkele jaren geleden was het plan om met tien boeren in de buurt een coöperatie op te richten om biogas te leveren op het gasnet. Dit is niet van de grond gekomen, maar we hebben onze mestkelders wel daarop aangepast zodat we in de toekomst dagverse mest kunnen leveren.”
Om die reden zijn de mestkelders niet heel diep: 1,50 meter. Over de vlakke bodem kan in de toekomst een mestschuif getrokken worden. Die ligt er nu niet, maar de gleuf waardoor de ketting of het touw van de schuif kan worden getrokken, is wel in het profiel van de keldervloer aangebracht. Net buiten de stal is een afstortgleuf gemaakt die 35 centimeter dieper ligt dan de keldervloer. In deze gleuf komt een wormvijzel. Deze transporteert de mest naar een dieper gelegen pompput waar de mest weggepompt kan worden naar een vergister.
Groene Vlag-roosters
De roosters in de stal zijn uitgevoerd met Groene Vlag-kappen. De familie Aarnink heeft al ervaring met deze welzijnsvloeren in de bestaande stallen. Omdat er enkele jaren geleden een subsidie toegekend is voor de aanschaf van welzijnsvloeren, worden de drie nieuwe stallen ook uitgevoerd met de Groene Vlag. Vincent: “In de bestaande stal zien we dat kalveren liever op deze vloer liggen dan op een betonnen rooster.”
De ondernemers hebben met de nieuwebouw hun hele kalvertak aangepast op 2 vierkante meter leefruimte per kalf. Als de welzijnseisen in de toekomst aangepast worden, verwachten ze dat dit de nieuwe norm wordt. Daarnaast is er aandacht besteed aan de hoeveelheid daglicht. De bovenste meter van de zijgevels hebben over de volledige lengte dubbelwandige lichtplaten. Deze lichtplaten lopen door in de kop- en achtergevel zodat er veel natuurlijk daglicht in de stal aanwezig is.
Drinkautomaten in opfok
In de opfokstal maakt de familie Aarnink gebruik van twee Alma Pro drinkautomaten van Urban. Hiermee kunnen ze 360 opfokkalveren van melk voorzien. De Duitse kalveren die ze kopen via PALI Group krijgen vanaf de eerste dag 5 liter melk en onbeperkt mais, stro en brokken per kalf. Totaal krijgen de opfokkalveren 16 kilo melkpoeder Spraymes Rosso. Als ze ongeveer een maand op het bedrijf zijn, komen ze op een rantsoen met volledig ruwvoer en krachtvoer. Het luxere melkpoeder wat ze inzetten, is ideaal voor een gesloten kalverbedrijf vindt Robbin: “De kalveren blijven gezond en groeien hard.”
Familie Aarnink levert de jonge rosé’s aan PALI Group. Gemiddeld over het jaar ligt het geslacht gewicht op 182 kilo. Robbin: “De laatste groep heeft het super goed gedaan. Gemiddeld wogen ze 190,5 kilo per stuk.” Eigen stierkalveren worden nauwelijks ingezet in de eigen roséstallen. Het jongvee wordt geïnsemineerd met gesekst sperma om vaarskalveren te fokken. Van de melkkoeien wordt 80 procent geïnsemineerd met een Belgisch Blauwe stier. “Het is financieel interessanter om die kalveren meteen te verkopen dan ze in te zetten voor jong rosé”, stelt Robbin.
Melkvee vaccineren
Het houden van twee veehouderijtakken heeft ook nadelen. Om de kans op IBR en BVD bij het melkvee zo laag mogelijk te houden, worden de melkkoeien jaarlijks gevaccineerd tegen IBR en BVD. Ondanks de lage prevalentie van deze ziekten in Nederland, willen de ondernemers de enting de komende jaren volhouden. Vincent: “Het is een soort verzekering van de diergezondheid.”
De familie Aarnink, die de rosékalveren voor eigen rekening houdt, is tevreden met hoe het loopt op het bedrijf. Het halen van voldoende kilo’s bij hun jonge rosé’s, zien ze als een mooie sport. Mireille: “We werken ook liever met jong rosé dan met die grote lummels die al hun stierenmanieren krijgen.”
Bron: De Kalverhouder, december 2024